Print deze pagina

Maagscheiding tussen Gerard Adolph Bentinck en zijn kinderen uit het eerste huwelijkentinck en zijn kinderen uit het eerste huwelijk

Beoordeel dit item
(0 stemmen)

Omschrijving

Maagscheiding tussen Gerard Adolph Bentinck en zijn kinderen uit het eerste huwelijk, 12 juni 1667.

  • Title Maagscheiding tussen Gerard Adolph Bentinck en zijn kinderen uit het eerste huwelijkentinck en zijn kinderen uit het eerste huwelijk
  • Source Landesarchiv Nordrhein-Westfalen Abteilung Westfalen, Sammlung F.F. von Raet von Bögelscamp nr. 102
  • Date 12-06-1667
  • Datum [jaar] 1664
  • Format Image, Text
  • Item type Image
  • Identifier AHB/219
  • Gepubliceerd in Gerard Adolph Bentinck van 1660 tot de tweede Münsterse oorlog

Context

[...] Omstreeks mei 1665 overleed Lucretia en korte tijd later trad Gerard Adolph in het huwelijk met Walburga van Appelthorn. De drost van Twente stelde momberen aan over de kinderen van Gerard Adolph en Lucretia, waaronder ook Gerard Adolph zelf. Er werd uitstel verleend voor het opstellen van de erfverdeling. Dat uitstel was het gevolg van ‘verscheidene toevallen van oorlog’67: de momberen waren verhinderd door de eerste inval van de bisschop van Münster in 1665, die in het volgende hoofdstuk aan de orde zal komen. Pas in 1667 konden ze bij elkaar komen en op 12 juni van dat jaar sloot de kinderloos gebleven Herman Hendrik Bentinck, de oudste zoon van Everhard en Femme, die zich zo grootmoedig bij de overdracht van zijn eerstgeboorterecht had neergelegd, een definitieve overeenkomst met zijn broer Gerard Adolph. Afgesproken werd dat Gerard Adolphs oudste zoon Adriaan Willem ‘wegen het recht van primogeniture’ [het eerstgeboorterecht] zou verkrijgen ‘de havesaat Brecklencamp met zyn ankleeven, soo hooven, gragten, boomgaarden, huysen ende getimmers, olt ende nieuwe, met de volle waartall in de geheele marke, alsmede de adelyke gerechtigheid’68. Verder werden in deze overeenkomst verschillende kleine percelen rondom het Huis bij name genoemd. Dat het Huis naar Adriaan Willem zou gaan kon ook moeilijk anders, gezien de afspraken die indertijd met Adriaen van Camont waren gemaakt. [...]

Transcript

In Naamen der heiligen Drievuldigheid Amen

 

Toe weten zij hiermede jedermanniglichen, die desen sullen sien ofte hooren lesen, dat also de hoogedel gebr. heer Gerhardt Adolph Bentinck tot Brecklencamp naa doode van zijn eerste huisvrouwe Vrouw Lucretia Catharina an Camont de mombarschap syner kinderen hadde aangenomen, ende nu sich weederomme verandersatet, soo ist, dat deese Heer Bentinck tot Brecklencamp geadsisteerdt met de hier onder ondergeschreven vrienden ende dachholderen ter eenre, ende Hermen Hendrik Bentinck tot Langenwische ende Stoeveren, Hendrik Frederick Bentinck tot den Kemmenaade, Broek huisen, heer der heerlikheid Weel, Jasper van Voorst Heer tot Neijland ende houtenbeeke als bloet mombaeren en de naaste in den graadt van de onmundige kinderen bij gemelte heer Bentinck ende vrouwe Lucretia Catharina van Camont in de eerste ehe geprocreert, met naamen Fenna Elisabeth Bentinck, ende Adrian Willem Bentinck van den Richter van Ootmarsum als Richter deeser Plaatse specialyken daar toe voorsien, ende nae Landrechte geauthoriseert ten anderen syden, Een vriendelijke erfuitinge ende maagscheidinge ingegaan, opgerichtet ende gecelebreert nopend de moederlyke goederen, die gemelte onmundige kinderen competeerende, ingevolge testament ende maagscheidinge opgerichtet, geteikent ende inede verpitzeert tusschen (---) Adriaan van Camont ende Christina van Ittersum ten Nieuwensteen in haar leven heer ende vrouwe tot Walcourt etc. ende haar kinderen de dato den 20 april 1654 mede in conformiteit van de houwelyks voorwaarden tusschen welgemelde heer Bentinck ende vrouw Lucretia Catharina van Camont gecelebreert den 2 September 1649; alsmede volgens naarder versegelinge ende specificatie van goederen de dato den 11 maij 1650 ende andere testamenten ende acten waartoe deselve sich refereeren voor soo verre deselve naa Landrechte van overyssel effect kunnen sorteeren, mitsgaders in gevolge maagscheidinge tusschen de gebroederen ende susteren Bentinck opgerichtet; te weeten alles in manieren en conditien hiernaa beschreven, dat de oudste soon van het eerste bedde Adriaan Willem volgens aangetoogene acten naa doode van syn heer vader, wegen het recht van primogeniture voor syn prerogatiff sal hebben te genieten de havesaat Brecklencamp met zyn ankleeven soo hooven, gragten, boomgaarden, huijsen ende getimmers olt ende nieuwe met de volle waartall in de geheele Marke als mede de adelyke gerechtigheid, daarenboven den Bosch liggende aan het noorden van het huijs schietende aan de gemeente genaamt de Peerde weide met de meijers huys daartoe gehoorende, als ook holt gewas soo wel buijten als binnens boom, ende den Bosch de kleine woort genaemt, item de naavolgende bouw ende weilanden als de Aerst groot vier mudde gesaijss met de vischerie schietende aan de peerde weide, den kamp voor het huijs groot vijf mudde in vijf stukken gedeelt tot aan Albincks stukke, het morsken groot twee mudde drie schepel, soo ten syde van het trouben en Gossienks niedhen ende Schulten gaarden gelegen, die niembe weide groot ses mudde twee sceepel liggende neffens aan den voorschreven kamp van vijf mudde gesaijs bij het huijs, den Vaalt akker groot drie mudde twee scheepel tuschen Schulten land, den kamp achter Schulten gaarden langs het voorsch. moosjen schietende groot twee mudde twee schepel de Adelwoort langs de groote woordt gelegen groot viermudde, den Sandt akkers langs Nijhofs stukje gelegen groot een mudde, den Schalbree groot een mudde drie schepel, die waarstukken groot een mudde twee schepel beyde bij malkanderen aan dasselaers stukke liggende het Schoerfschoidt groot een mudde twee sceepel, op de Becke langs moerbecken Brinck gelegen, moerbeken brink over de Becke ibidem, den kamp tuschen de Loes langs het hamloe gelegen groot drie mudde, ende noch de hooijlanden, namentlyk de groote maate achter het huijs groot seven dagmaten, de west mate groot ander half dagmaat beyde tuschen de grafte ende Wensinck Kamp gelegen boven gereedts angetrocken, den brinck groot drie dagmaaten, in het voor quaade drie dagmaaten op de beeke schietende + vier dagmaaten in den wester mersch langs vrylink maate, de slegte maate groot vier dagmaaten an de Dinkel met syne viss waaren op beyde rivieren tot aan vrijlink land gelegen het thynneken met het marsken darde halve dagmate aan beijden sijden van de weijde schietende aan wassink Kamp ende het nieuwe gecoffte land. alle dese parceelen sal als voorschreven de gemelte Soon van het eerste Bedde voor syn prerogatif genieten, soo nochtans dat te Vader in den Eigendom ende dispositie van desen de tijd sijnes levens sal blijven onvercortet ingevolge voorgaande acten en bescheiden.

Maar dewijl dannoch de heer Bentinck ande voorschrev parceelen excessive groote oncosten ende melioratien gedaan, ende volgens houwelyks voorwaarden ten reguard van de immobiele goederen in geen gemeenschap van goederen geseten ende dat na desen landrechte van Overijssel in sulken cas bij afsterven, ofte rechtelyke Scheidinge van eene der Egtgenoten de melioratien ofte timmeragien op het goed staande houwelyk gedaan vergoedet ende herstaedet moeten worden naar de waerde soo ten tijde der scheidinge sal worden bevonden, dat deselve heer Bentink deselve opgestelt ende getaxeert hadde ter somma van 13765 Carl. guldens, soo heeft syn hoog Edelgebore dannoch, naar dat de specificatie daarvan geexamineert, ende de melioratien beijde de heeren mombaren selfs in oogenschyn genomen uit sonderlynge liefde ende Consideratie tot syne Kinderen door tuschenspreeken van de daages vrienden deselve melioratien gelaaten voor de Somma van 9000 guldens den gulden ad. twintig stuvers het stuk, gelijk deselve daarvoor bij de heeren mombaren tot beste voordeel van den onmondigen soon alsoo aangenomen ende daarover ter beyden sijden veranordeert is.

Ende dewijlen dan ook verners verscheidene andere landen bennen tot het jus primogeniture voorschreven niet gehoorende, ende dannoch sodanich gelegen bennen an de hovesaate ende in de landerijen van dien, dat de sonder merkelijken schade ende ruin van de besitter des huises Brecklencamp daar van niet van glycken kunnen worden en blyven separeert, soo heeft de heer vader mede uit consideratie ende liefde als voorscrev. tot onderhoudinge van naam ende stam, ende meer andere consideratien door tusschenspreeken van de heeren dagholderen sick soo verre bewegen laten, dat syn hoog Edelg. voor de vercoffte parceelen hier naarder gespecificeert, de gemelte gelegene landerijen will laaten, doende sulx effectivelyk kraft deses aan de ouste soon ofte de besitter des huijses tot sodanige somme ofte waardie gelyk deselve met voorschrev. somme van de melioratien te samen gereekent de waardye ofte van de vercofte parceelen ter somma van 17000 guldens sullen komen uit tebrengen ende om sulx desto claarder te stellen ende alle confusie ende misverstand te prevenieeren, so bennen de vercofte parceelen soo de heer Bentinck en syn huisvrouwe saalige volgens testament ende maegdscheiding de dato den 21 aprilis anno 1651 heft mogen vercopen om dat zij twee kinderen geprocreert, dese hiernaa volgende als toe weeten, het erve te Ittersum (---etc., beschrijving verkochte percelen---).

Dese perceelen bennen deselve soo de Heere Bentinck van syn zaalige vrouwen goederen vercogt heft met speciale volmacht gerichtlyken ende wettelyken na landrecht is gepasseert voor desen gerichte van Ootmarsum onder des richters hand ende segel de dato den 22 october 1658 hier bij het oprichtendeser maagscheidinge vertoont, ende in weerden erkent, ende belopende eene minder ander meer, vercofft afgetogen den vyftigsten penning, costen van cessie ende anders, alle de voorschrevene perceelen te samen gereekent ter somme van seventien duisent ende omtrent twee hondert Caroli gulden minn ofte meer.

Ende volgen nu verners de parceelen van welgelegene landen bij de haavesaete so by desen onder anderen mede in betalinge ende compensatie van de voorschrevene parceelen gedaan worden als hier voor geseit is.

Als te weeten de nieuwe getimmerde huysen op den aangecofften

grond met gaardens ende hooylanden ad -------------------- 2300 gl.

den gecofften tienden van Heerspinck maarlink

stukjen, de Kuile ende borle wei ten beijtes

sijden van den Wysterüher Dyk met de waartal

van Heerspinck ad -----------------------------------------------      800

Sestuyn in ’t quaad. gelegen naast  Wännik holl

ad -------------------------------------------------------------------     300

vierde halve dagmaaten over de Becke in het quaadt

aan Scholten deel ende alerts deelken gelegen ad ---------- 1000

het (orwad?) 3 stukken ad ses scheepel naast Wänick

lant ----------------------------------------------------------------   300

op de weurden met de vlast stukken ad 18 scheepel gesaij

gelegen tegen de groote woort ad ----------------------------- 1150

________

5850 car. gl

De kruismaate ad ------------------------------------------------   350 gl

(?) lage twie stukken ende 5 stukken van het

nienbrock loe ----------------------------------------------------        650 gl

het hooijland agter den boomt horst ad ----------------------    150 gl

½ mudde op den ham naast Schulten drie stukken ---------   150 gl

Mainck waar stukke gelegen langs Schulten waar-

stukke -------------------------------------------------------------   150 gl

groote woort met zyn holtgewas langs de Scholten

woort ad ----------------------------------------------------------   350 gl

Twee dagmaaten in den wester marsch alle dese par-

ceelen syn buitende primogeniture                                       300

________

2150 gl

hierbij gestelt de posten van de andere syde ad                  5850 gl

________

maakt --------------  = 8000 gl

Waarbij gestelt de voorschrevene melioratien

geaccordeert ter somme van ------------------------------------9000 gl

________

 

beloopt te saamen             = 17000 gl

 

Zodanig dat dese melioratien ende angewesene gelegene goederen doe bij oculair inspectie op een lage prijs gestelt, daromme met de voorschreben vercofte parceelen gecompenseert ende ten beijden, de eene den anderen als voorschreven ingedaan, gequiteert ende toe niete gedaan worden het eene tegens het andere, sonder dat de eene ofte andere parthie dien aangaande inspieronge (?) doen ofte moejelyk vallen

Dergestalt dat de soon ofte besitter des huijses Brecklencampde aangewesene gelegene ende hiervoor gespecificeerde landen eeuwig ende Erffelyk met de melioratiensonder eenige verdere ontgeltenisse mede voor sik beholden sal, ende de Heer Bentinck ofte syne Erfgenamen wegen de vercoffte parceelen ende goederen hiervoor gespecificeert, nimmer meer bemoit ofte aangesprooken sal kunnen worden, alles nochtans onder volgende conditie

Dat bij aldien Junker Adrian Willem Bentinck sonder wettelyke Lyfs Erven mochte komen uit deser werelt toe scheijden, ende het jus primogeniture sou komen op de soon van het tweede bedde, ofte ook op iemand anders versterven, van de syde van de Heer Camont ende gemelde huisvrouwe beijde saliger gedachtenisse niet heerkommende, sal de Haavesate cum annexis ende vervolchlyken het geheele jus primogenitura veronderpandet en verhypothiseert blyven voor de gemelte 17000 guldens spruitende ter saake van de gementioneerde vercoffte goederen hiervoor gespecificeert, ende tot betaalinge van het jus primogeniture aan de oudste soon Hermen Hendrik Bentink geemploieert tot profyte van de geene, die als dan bevonden sal worden daartoe berechtiget te zijn, volgens maagscheidinge houwelyx voorwaarden ende testamenten daarvan synde.

Ende zyn meede voorwaarden, dat soo de oltste zoon Jur Adriaan Willem Bentinck ofte de bezitter des huises Brecklencamp naa doode van de Heer Bentinck syn vader de andere vaste goederen, soo niet gehooren tot den huijse Brecklencamp ende het jus primogeniture, ende op de suster ofte andere kinderen mochten bij veilinge ofte andersints komen, ende willen weer loos worden, het zij door koop, per mutatie ofte anders, dat in sulcken cas de besitter des huijses de naaste daartoe sal wesen, ende binnen jaar ende dag aan sich sal mogen brengen, tot onderhout van Naam ende Stam, mits daarvoor betalende aan syn suster ofte andere Erfgenamendaartoe berechtiget, soodanige penningen, als ieder parceel van de vaste goederen (---etc.---)

Aangaande de mobilien ende huisgerath is overkomen, dat bij het huijs sullen verblyven, het groote silverne lampet, de vergulde schale, het vergulde lampet, het beste damast taafel goedt ad sestien servetten ende een taafel laaken, gelyk ook die kerkelyke ornamenten Erflyk bij het huijs sullen verblyven, maar de dochter Fenna Elisabeth Bentinck sal voor haar hebben ende beholden het kleine silvern lampet poijer ende kam doos, borstel ende alles wat tot het nacht packet gehoorig, item de juweelen tot moeders lyf gehoorig, de groote silverne kan met Rixdalersbeset, kruijt doose ende een goed bedde met zyn toebehoor, als ze op een ander in menagie ofte tot trouwen koomt; noch sal sij daar en boven voor haar hebben haar saalige moeders kaste, alle verdere mobilien worden mits desen in compensatie ende betaalinge aan gedaan en overgelaten aan de heer Bentink ende Walbborgh van Appeldoorn, syne hoog Edele huijs vrouwe soo als deselve bij inventaris opgestelt (---etc. ---)

(---) aldus gedaan op den huijse Brecklencamp den 12 Junii anno 1667

 

(getekend en gezegeld:)

 

Ger. Adolph Bentinck                                               H. hendrick Bentinck

ter Brecklencamp                                                      als mombaer

 

Hendrik Jan van Appeltoern                                     H.F. Bentinck

als daegsvriende                                                      als mombar

 

J. van Halst (?)                                                          J v Voorst

als getuige                                                               als mombar

 

(?) v. Lingen (?)

als getuige

 

Naschrift:  Ingevolge (---) de surseance van tyd over het formeeren in ’t overneemen van staat en inventaris, als mede over die te doene Erfuitinge, bij de vaader ende de mombaren respective vergunt ende verleent in dato den 8 Junii (---) 1665, ende dat om verscheidene toevallen van oorloge, andere incidenten en beletselen voornaamlyk veroorsaakt, bij gemelte provisionale momber heeren deselve nevens andere bloedtverwanten ende vrienden ten fyne tot voltreckinge van ’t voorsr niet eerder als voor eenige daagen en op dato te samen hebben koomen konnen; soo is ‘t (---etc.---).

Gerelateerde items (op tag)