Print deze pagina

Brief M.D.G. Brink, predikant te Lage aan van Heeckeren

Beoordeel dit item
(0 stemmen)

Omschrijving

Brief M.D.G. Brink, predikant te Lage aan van Heeckeren

10 september 1901

  • Title Brief M.D.G. Brink, predikant te Lage aan van Heeckeren
  • Source HAT 6549 - Inventaris van het Huisarchief Twickel
  • Date 10-09-1901
  • Datum [jaar] 1901
  • Contributor M.A.M. Wanrooij
  • Format Image, Text
  • Item type Document
  • Identifier AHB/328
  • Gepubliceerd in Rond de verkoop van 1902

Transcript

 

10 september 1901

 

(2e alinea e.v.)

Hoogwelgeboren Heer!

(In het eerste gedeelte van de brief spreekt Brink zijn ongerustheid uit over een kerkelijke kwestie  waardoor de vroegere verbinding tussen Twickel en Lage verstoord is. Hij hoopt dat die weer kan worden hersteld).

Dat juist thans weer gespannen verhouding tusschen beide moet heerschen, bedroeft mij te meer, omdat ik er niet aan twijfel, dat UHWG. anders gewis de liggende goederen van Zegers te Brecklenkamp en Lage zouden koopen. Bij den eersten verkoop dier goederen hier in Lage is reeds een groot stuk van den “hüttenkamp” in roomsche handen gekomen; en Brecklenkamp  wordt, naar wij vreezen, door de paters aan gekocht. Zoude het wat mogelijk zijn, dat UHWG. ons voor die minder gewenschte buurtschap bewaarden? Hadde ik het noodige geld te mijner beschikking, zoude ik niet aarzelen, om die heeren te (“?”), want hier in de buurt en in Nederland vooral zoeken de roomschen vooral door den aankoop van vaste goederen zich intenestelen.

Dat was het tweede, hetwelk ik UHWG. te schrijven mij veroorloof. Tot het laatste beweegt mij ook het medelijden met Berend Bitter, die reeds in den geest de roomschen hoort prevelen, wanneer hij naar Brecklenkamp moet. In Noorddeurninge, op de bezitting van         het huis Sinkgraven is ook een klooster ontstaan; en daar ware hij voor eenige jaren geweest. “Achter de beezenbusscke zatten ze met eenen rozenkrans te bidden”, zeide hij vol verontwaardiging van de nonnen

Van het hoog bezoek, dat wij onlangs te Lage gehad hebben, zullen UHWG. door den Rentmeester hebben gehoord. Veel liever ware het ons, wanneer wij UHWG. zelve eerlang weder hier durfden zien.

In de hoop, dat wij in dit opzicht niet zullen worden teleurgesteld, verblijf ik,

beleefdelijk groetende

Hoogwelgeboren Heer

UHWG. dev. dr. Brink, Predikant