Park en tuinen - korte omschrijving
Het landgoed heeft een omvang van ongeveer 15,5 hectare, met als centraal punt het Huis te Breckelenkamp, een rijksmonument en historische buitenplaats. Het terrein rond het Huis dat in zijn geheel onder de Natuurschoonwet valt, omvat ruim 13 hectare.
In het Monumentenregister van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed worden onder meer de bomenlanen en het grachtenstelsel beschreven met de toevoeging: ‘[…] de aanleg van de Brecklenkamp [is] een eenvoudig, zeldzaam en gaaf bewaard voorbeeld van een Hollands-classicistische aanleg waarbij geometrie en perspectiefwerking de uitgangspunten voor het ontwerp vormden.' Deze unieke bomenlanenstructuur met het diabolovormige grachtenstelsel werd al in de eerste helft van de 17e eeuw door de familie Bentinck tot Breckelenkamp aangelegd en is in de loop van de eeuwen nooit gewijzigd. De monumentale bomenlanen zijn het dragende element van de eeuwenoude verankering van het Huis in het landschap. De tuinen, het park en de boomgaarden zijn binnen het raamwerk van grachten en bomenlanen aangelegd.
Siertuinen en moestuin
In de rechthoek ten noorden van het Huis bevinden zich de siertuinen rond een centraal lopende beukenberceau, die ligt op de lijn die loopt van het midden van de noordgevel van het Huis naar het midden van de voorgevel van de oranjerie. Naast de ingang van de berceau ligt de iristuin die elk voorjaar haar bijzondere kleurenpracht laat zien. Vanaf het Huis gerekend rechts van de berceau ligt de geurtuin met rechthoekige perken rond een centraal prieel. Deze tuin ligt iets verlaagd en door de dubbele hagen eromheen heerst er een microklimaat. Achter de geurtuin ligt de kruidentuin, met bakken van bepleisterde oude baksteen die in hoogte naar de fontein in het midden aflopen. De vijvertuin, de klein-fruittuin en de snijbloementuin bevinden zich ook in deze noordelijke rechthoek.
In de rechthoek ten zuiden van het Huis staan tientallen bijzondere bomen, waaronder verschillende soorten liquidambar, larix, moerascipres, moeraseik en metasequoia. Daarachter bevindt zich de moestuin met de kleine schuur en de kas uit 1903 met zijn unieke oorspronkelijke inventaris.
De oranjerie
Bij het bouwen van de oranjerie zijn zeventiende-eeuwse technieken toegepast.
Het gebouw staat recht op de naar het noorden doorgetrokken as van het Huis en is even lang als het Huis breed is. De beschildering van de fries, zowel binnen als buiten, verwijst naar de invloed van de seizoenen en naar de begeerlijkheid van het bezit van de gouden appels. De antieke oppottafel is een geschenk van het Westlands museum voor streek- en tuinbouwhistorie te Honselersdijk.
Boomgaard
In de boomgaard, omsloten door een meidoornhaag, staan achttien hoogstamfruitbomen. Het zijn oude fruitrassen, cultuurhistorisch erfgoed dat na de jaren zestig bijna is verdwenen toen hoogstambomen voor de fruittelers niet meer rendabel waren. Vooral de oogst van de prachtige, niet meer in de handel te krijgen appels is elk jaar weer overweldigend. De boomgaard is aangelegd volgens de richtlijnen van Johann Hermann Knoop: de bomen zijn geplant 'in het Verband of Vijfsteek (Quincunce)' met een onderbeplanting van onder meer verschillende soorten frambozen. De noordwestelijke toegang wordt gevormd door een leiperenboog.
Vakwerkschuur
Aan het begin van de eeuwenoude bomenlaan ten zuiden van de havezate, ligt de grote vakwerkschuur. De schuur is een rijksmonument, een van de meerdere objecten met die bijzondere status op het terrein van het Huis te Breckelenkamp.
Het gebouw heeft een voor Oost Twente karakteristieke vormgeving, bestaande uit een vakwerkconstructie en ankerbalk-gebintstellen uit het midden van de 18e eeuw. De hergebruikte delen van het gebint zijn nog een stuk ouder dan het bouwwerk zelf.
De schuur is van bijzonder belang wegens de bewaard gebleven ankerbalkconstructie met slietenzolder en de gedeeltelijk 19e-eeuwse baksteenvullingen. In de voor- en achtergevel bevinden zich hoge opgeklampte dubbele deuren, elk met een niendeur.